Uitgangspunten bij het berekenen van de financieringsbehoefte:
- Voor het berekenen van het totaal aan investeringen per jaar gaan we uit van een gemiddelde over de laatste 6 jaar. (niet alle investeringen van voorgaande jaren worden ook daadwerkelijk uitgevoerd)
- Er in 2019 geen vaste geldlening wordt aangetrokken
- Een deel van de financieringsbehoefte in 2020 wordt opgevangen binnen het kasgeldlimiet.
Financieringsbehoefte 2020 | x € 1.000 | |
Liquiditeitsonttrekkingen | ||
Saldo investeringen – desinvesteringen* | 8.416 | |
Aflossingen leningen | 5.155 | |
Omzetten kort geld in lang geld | 6.168 | |
Totaal liquiditeitsonttrekkingen (A) | 19.739 | |
Liquiditeitstoevoegingen | ||
Afschrijvingen en afwaarderingen | 4.971 | |
Afname voorraad grondexploitatie | 622 | |
Totaal liquiditeitstoevoegingen (B) | 5.593 | |
Financieringsbehoefte (A-B) | 14.146 |
In 2020 wordt rekening gehouden met het aan te trekken van een langlopende geldlening van ca. € 8 miljoen (afgerond), in de begroting is rekening gehouden met een rente van 2%.
Veel gemeenten, zoals ook Sluis, trekken niet voor iedere investering een aparte lening aan, maar financieren het geheel van investeringen (integrale financiering). De rentelasten worden door middel van de renteomslagmethode toegerekend aan alle investeringen en maken vervolgens deel uit van de betreffende programma's. Voor 2020 bedraagt het renteomslagpercentage 1,55%. De totale rentelasten die worden toegerekend bedragen € 1.694.084.