Begroting 2020

Leeswijzer

Begroting
In de begroting treft u eerst de financiële positie aan, gevolgd door het programmaplan, de verplicht voorgeschreven paragrafen en tot slot de bijlagen.

De indeling van de programma’s is aangepast conform Krachtig Verbonden. Dat betekent dat het aantal programma’s is teruggebracht van 5 naar 4 en dat ook de indeling per programma is aangepast. Ruwweg zijn de oude programma’s 1 en 3 (Lokale economie en Ruimtelijke ontwikkeling) samengevoegd tot het nieuwe programma 2 (Economie). Daarnaast is Ruimte en beheer uitgebreid met onderdelen uit het oude programma Sociaal domein voor wat betreft beheersmatige onderdelen (zoals sportaccommodaties, schoolgebouwen, MFC’s etc.). Ook beleidsmatig (speerpunten) is er zoveel als mogelijk aangesloten op Krachtig Verbonden.

Het nieuwe programmaplan bestaat uit de volgende vier programma’s:
1. Ruimte en beheer
2. Economie
3. Sociaal domein
4. Bestuur en veiligheid
gevolgd door het overzicht met de algemene dekkingsmiddelen, overhead, vpb en onvoorzien.

Per programma wordt achtereenvolgens weergegeven:

  • Inleiding: waar draait het om in het programma
  • Speerpunten: onderdelen van het beleid waar extra aandacht voor is.
    Per speerpunt worden 2 vragen behandeld:
  • Wat willen we bereiken?
  • Wat gaan we daarvoor doen?
  • Verbonden partijen
  • Wat gaat het kosten?
  • De investeringen
  • Het beleidskader

De vraag 'wat gaat het kosten?' wordt op programmaniveau beantwoord. Ter informatie is in ieder programma een specificatie van de lasten en baten per taakveld toegevoegd.
Het beleidskader omvat de nog van kracht zijnde beleidsdocumenten, ondanks dat het jaartal waarvoor het beleidsdocument aanvankelijk was opgesteld, verstreken is.

Na de programma's wordt nader ingegaan op de financiële positie voor begrotingsjaar 2020 en het meerjarenperspectief 2021-2023.

Naast de genoemde programma’s  wordt een belangrijk deel van de begroting gevormd door de in het Besluit Begroting en Verantwoording (hierna BBV) verplicht voorgeschreven paragrafen:
-   lokale heffingen
-   weerstandsvermogen en risicobeheersing
-   onderhoud kapitaalgoederen
-   verbonden partijen
-   financiering
-   bedrijfsvoering
-   grondbeleid.

Indicatoren
Ingaand 2017 is voor alle gemeenten een basisset verplicht voorgeschreven indicatoren ingevoerd. Het doel hiervan is het inzichtelijker maken van de begroting en een betere onderlinge vergelijkbaarheid van de gemeentebegrotingen mogelijk te maken. De verplichte indicatoren inclusief toelichting zijn opgenomen in bijlage 4.

Alle indicatoren en beschikbare cijfers zijn te ontsluiten via de website www.waarstaatjegemeente.nl. Op deze website is ook achtergrondinformatie beschikbaar over de bronnen en definities van de indicatoren en wat er precies wordt gemeten met de indicatoren.

Een aantal indicatoren uit de basisset is wellicht niet voor alle gemeenten beschikbaar, maar is wel van belang voor alle gemeenten. Gemeenten waarvoor de informatie beschikbaar is moeten deze opnemen in de begroting. In de Regeling beleidindicatoren is bepaald dat als de informatie niet beschikbaar is, de gemeenten deze niet op hoeven te nemen.

Bijlagen
Als bijlagen zijn in de begroting opgenomen:

  1. Bijlage 1: Investeringsplan
  2. Bijlage 2: Begrippenlijst
  3. Bijlage 3: Overzicht taakvelden
  4. Bijlage 4: Toelichting indicatoren
  5. Bijlage 5: Meerjarenperspectief
ga terug